In de gemeenteraadszitting van 17 december 2019 werd een belastingreglement op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater en het illegaal aansluiten op de openbare riolering vastgesteld naar aanleiding van volgende wetgeving:
- Sinds 1 juli 2011 is een keuring van de privéwaterafvoer (afvoer naar de riolering) verplicht in Vlaanderen. Deze verplichting wordt opgelegd via artikel 12 van het Algemeen Waterverkoopreglement. Voor alle aanvragen tot huisaansluiting moet dus vanaf 1 juli 2011 een keuring gebeuren.
- Bij (her)aanleg van een openbare gescheiden rioleringsstelsel wordt aan aangelanden conform Vlarem-wetgeving, opgelegd de private riolering maximaal af te koppelen, zijnde het hemelwater en huishoudelijk afvalwater te scheiden tot aan de openbare riolering. Dit heeft tot doel het openbare rioleringssysteem en de rioolwaterzuiveringsinstallatie optimaal te laten functioneren.
Bij de start van het ontwerp van rioleringswerken worden aangelanden van deze verplichting in kennis gesteld, waarna de rioolbeheerder en het gemeentebestuur de private afkoppeling begeleiden, middels opmaak van afkoppelingsstudie, opvolging door afkoppelingsmanager en keuring door geaccrediteerd bureau.
Het opmaken van een proces-verbaal en de navolgende vervolging door parket en rechtbank zijn niet de meest efficiënte middelen om het optimale afkoppelingsresultaat te bereiken. Daarom werd door de gemeenteraad een belastingreglement gestemd op het niet-optimaal afkoppelen van hemelwater en huishoudelijk afvalwater.
Doel van dergelijk reglement is de onbereidwillige aangelande van een afkoppelingsproject, jaarlijks te belasten tot men middels een keuringsattest kan aantonen dat de private afkoppeling conform de afkoppelingsstudie werd uitgevoerd.
Om een extra incentive te geven om deze afkoppeling binnen de kortst mogelijke termijn na het verstrijken van de 'normale' uitvoering alsnog te realiseren, wordt de belasting per maand berekend.
Belastingbasis
Om de wetgeving te laten respecteren is het belasten op de niet-maximale afkoppeling noodzakelijk naar analogie met afkoppelingen van private rioleringen naar aanleiding van openbare afkoppelingsprojecten.
De belastingbasis neemt een aanvang:
- Na de domiciliëring of ingebruikname van de vergunde werken, meer bepaald 6 maanden na vaststelling en aanmaning (bij niet optimaal afkoppelen van de privéwaterafvoer)
- 6 maanden na de voorlopige oplevering van de openbare rioleringswerken of 6 maanden na goedkeuring van dit besluit voor aangelanden van die werken waarbij reeds een private afkoppelingsverplichting geldt (bij niet optimaal afkoppelen private riolering bij afkoppelingsprojecten)
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater op privéterrein n.a.v. de realisatie van een gescheiden rioleringsstelsel in door de gemeente goedgekeurde afkoppelingsprojecten of het plaatsen van een IBA en op het illegaal aansluiten op de openbare riolering.
Bij de aanleg of heraanleg van riolering dient het hemelwater van de particuliere woningen langsheen het tracé van de werken optimaal afgekoppeld te worden. Dit betekent dat:
- bij open en halfopen bebouwing alle hemelwater gescheiden van het afvalwater dient afgevoerd te worden.
- bij gesloten bebouwing het hemelwater gescheiden van het afvalwater dient afgevoerd te worden, behalve indien hiervoor leidingen door of onder de woning dienen aangelegd te worden.
Doelgroep
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de entiteit:
- Waarvan de entiteit gelegen is binnen een afkoppelingsproject dat voorlopig opgeleverd werd voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit- die uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit, niet beschikt over een conform keuringsattest van de privéwaterafvoer;
- Waarvan de entiteit gelegen is binnen een afkoppelingsproject dat voorlopig opgeleverd wordt na inwerkingtreding van dit besluit- die uiterlijk 6 maanden na de datum van het proces-verbaal van de voorlopige oplevering van de wegenis- en rioleringswerken op het openbaar domein, niet beschikt over een conform keuringsattest van de privéwaterafvoer;
- Waarvan wordt vastgesteld dat de nieuwe/gewijzigde rioolaansluiting niet werd aangevraagd bij en uitgevoerd in opdracht van de rioolbeheerder en "eigenhandig" (zelf of door een eigen aangestelde aannemer) werd gerealiseerd, en waarvan 6 maanden na aanmaning door het gemeentebestuur/rioolbeheerder de aansluiting niet werd geregulariseerd;
- Waarvan de rioolbeheerder, noch het gemeentebestuur beschikt -na ingebruikname van de entiteit- over een conform keuringsattest van de privéwaterafvoer, binnen een termijn van 6 maanden na aanmaning door het gemeentebestuur/rioolbeheerder.
De belasting is verschuldigd indien één van de bovenstaande voorwaarden is vervuld.
Voorwaarden
De privéwaterafvoer wordt geacht niet conform de geldende reglementaire en wettelijke voorschriften te zijn indien:
- De aansluiting van het afvalwater in strijd is met de geldende milieuvoorwaarden;
- Huishoudelijk afvalwater wordt geloosd in het gedeelte van de privéwaterafvoer dat bestemd is voor de afvoer van hemelwater;
- Hemelwater wordt geloosd in het gedeelte van de privéwaterafvoer dat bestemd is voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater, tenzij hiervan kan worden afgeweken in uitvoering van art. 4.2.1.3 of art. 6.2.2.1.2 van Vlarem II;
- Uit de keuring, zoals bedoeld in artikel 12, § 1, 3e lid van het besluit van de Vlaamse regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het Algemeen Waterverkoopreglement, blijkt dat niet voldaan wordt aan alle bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, en aan de bepalingen van de stedenbouwkundige vergunning m.b.t. de waterafvoer;
- Er geen septische put geplaatst is conform de bepalingen van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 12 februari 2009, gewijzigd op 1 maart 2012 en 26 juni 2018, inzake huisaansluitingen op de riolering.
Dit zijn de criteria waarop de privéwaterafvoer wordt beoordeeld en op basis waarvan de keurder moet beslissen over goedkeuring of afkeuring.
Gezien er in de milieuwetgeving nog meer vereisten zijn die opgelegd worden aan de privéwaterafvoer, wil een positieve keuring niet per se zeggen dat voldaan is aan alle geldende reglementen.
Procedure
Een door de gemeente gemachtigd ambtenaar stelt per 1 januari van elk aanslagjaar vast:
- Ofwel het ontbreken van een positief keuringsattest van de private riolering
- Ofwel de ontvangst van een melding van de rioolbeheerder dat een nieuwe/gewijzigde rioolaansluiting illegaal werd uitgevoerd
Bedrag
De belasting wordt als volgt berekend:
- Voor de eerste 12 maand na de dag waarop men de belasting verschuldigd is: een forfaitair bedrag van 100,00 euro per begonnen maand,
- Vanaf de 13de maand na de dag waarop men de belasting verschuldigd is: een forfaitair bedrag van 200,00 euro per begonnen maand.
De belasting blijft verschuldigd zolang de eigenaar geen conform keuringsattest bezorgt aan het gemeentebestuur, dan wel de rioolbeheerder betaling ontvangt van de rioolaansluitingsbijdrage.
De belasting wordt berekend à rato van het aantal maanden dat de belastingplichtige niet in overeenstemming is/was met het verplichte positief keuringsattest.
Uitzonderingen
Volgende eigenaars worden vrijgesteld van deze belasting:
- Een nieuwe eigenaar: de nieuwe eigenaar, die op 1 januari minder dan 1 jaar eigenaar is, wordt vrijgesteld van deze belasting. Deze vrijstelling geldt voor 1 belastingjaar volgend op de datum van de notariële akte.
- Entiteiten volledig gelegen binnen een onteigeningsplan: de eigenaar zoals bedoeld in artikel 5 §1, van entiteiten die op 1 januari van het belastingjaar binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan liggen of waarvoor geen omgevingsvergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigening wordt voorbereid.
- Entiteiten waarvan het technisch onmogelijk is om af te koppelen: de eigenaar dient in dit geval een dossier voor te leggen waaruit blijkt dat het technisch onmogelijk is.